Als we rekening houden met het glas, de stop, het etiket, de btw en de marge voor de eventuele tussenpersonen zou een fles algemeen gesproken nooit minder mogen kosten dan 2,50 of 3 € per stuk.

Voor een kwaliteitswijn, of alleen nog maar een correcte wijn, kan de prijs nauwelijks beneden de 4 à 5 € liggen. Dat wil dan zeggen dat het rendement van de percelen niet te hoog oploopt en de wijnstokken dus niet ‘uitgemolken’ worden en dat het domein niet volledig gemechaniseerd is en op industriële schaal produceert.

Tussen pakweg 6 en 15 € (de landwijn van Santa Duc, de côtes du Rhône van Guigal…) beginnen we de kostprijs van de investeringen op te merken in de kwaliteit van het product . Dan hebben we het over methoden als: de oogst binnen de perken houden, meer handwerk, minder ‘preventief’ gebruik van fytosanitaire bestrijdingsmiddelen (onkruidverdelgers, pesticiden, enz.), minder productieve of kwetsbaardere druiven, moeilijker te bewerken percelen (bijvoorbeeld omdat ze zeer steil zijn), een minder gunstig klimaat (zo is druiven kweken langs de Loire minder evident dan langs de Rhône), langere rijping, enz.

Boven de vijftien euro zien we gaandeweg het effect van andere parameters dan enkel diegene die verband houden met de productie:

  • het principe van vraag en aanbod: als een wijn zeer in trek is en zeldzaam tegelijk zal hij doorgaans duurder uitvallen dan een veel verspreide wijn die vlot verkrijgbaar is (dat is het geval met een Petrus, een Romanée-Conti Richebourg …).
  • de reputatie van de wijn: als de naam mee de waarde bepaalt en dus helaas niet alleen de symbolische waarde (Cheval Blanc bijvoorbeeld)
  • het prestige van de appellation: een pauillac zal allicht duurder uitvallen dan een vin de pays d’Oc.
  • de risicofactor: een biologisch werkende wijnbouwer is en blijft kwetsbaarder (de wijnen van Guiberteau of van Trapet).

Samengevat: een Chileense pinot noir waarvan er miljoenen op de markt komen en waar irrigatiesystemen de exploitatie van honderden hectaren mogelijk maken zal beduidend goedkoper zijn dan ‘diezelfde’ pinot noir van een biodynamisch domein uit een grand cru in de Bourgogne, waarvan afhankelijk van het oogstjaar enkele duizenden flessen verkocht worden.

We krijgen vaak de vraag of zo’n Romanée-Conti nu echt die duizenden euro’s waard is. Die wijn is inderdaad magnifiek is en dat overstijgt in feite het prijsaspect. We spreken hier veeleer over een kunstwerk. Creatie is veel moeilijker dan fabricage in geld uit te drukken. Men kan dat een dubbelzinnig of een halfslachtig antwoord vinden maar zo is het: die fles is het wel degelijk waard voor wie zich haar kan veroorloven. Alles hangt af van wat iemand bereid is te besteden.

Maar los daarvan: uw budget is niet waar het om gaat. Een goede keldermeester zal voor iedereen de best mogelijke wijnen opdiepen. Wijn is immers zijn passie, mensen laten genieten zijn vak, en kostprijs komt dan pas op de zoveelste plaats.