Zomer na zomer weten roséwijnen meer liefhebbers voor zich te winnen. En als de vraag in stijgende lijn gaat, geldt hetzelfde voor de kwaliteit die de wijnbouwers aanbieden. Gewoonlijk worden rosés geclassificeerd op basis van hun vinificatiemethode (onmiddellijke persing of 'saignée') of met enkele grote benamingen, zoals tavel, clairet, rosé uit de Provence of uitzonderlijke roséchampagnes die bestaan uit een assemblage van witte en rode wijn. Maar de uitdaging waar wijnbouwers nu voor staan, is een unieke identiteit - en dus verschil. 

Net zoals witte of rode wijnen zijn ook roséwijnen niet allemaal hetzelfde. Ze worden geproduceerd volgens de specifieke methode van hun eigen streek, met de bijzonderheden die bij het terroir en de druivenrassen horen en een persoonlijke toets van de producent. Sommige wijnbouwers beslissen zelfs een nieuwe benaming te geven. Vroeger probeerden veel wijnbouwers de rosés uit de Provence te kopiëren, maar deze mindere trend maakt nu plaats voor het uitwerken van een eigen regionale identiteit. En dat juichen we van harte toe!


Elke regio zijn rosé

De rosé uit Bordeaux wordt geproduceerd in wijngaarden in Bordeaux, met druivenrassen zoals cabernet sauvignon, cabernet franc, merlot, carménère en petit verdot. Net zoals rode wijnen, dus. Ze zijn rond en fris, met een vleugje kruiden en smaken het best wanneer ze jong zijn. Clairet is een specialiteit uit Bordeaux die wordt gemaakt met merlot en is donkerder en wijnachtiger dan andere varianten. Deze rosé past bij talloze gerechten en wijnen en kun je langer bewaren

De roséwijnen uit het zuidwesten vormen meer dan 10 % van de wijnproductie in deze regio. De fronton op basis van négrette, de gaillac en de saint-mont zijn de bekendste rosés uit deze streek. Deze wijnen zijn elegant en levendig, en hun frisheid vormt een mooi contrast met de rijkdom van de plaatselijke keuken.

De roséwijnen uit de Languedoc en Roussillon, bijvoorbeeld met de appellatie languedoc, corbières, minervois of saint-chinian winnen steeds meer aanhangers voor zich. Hun intense aroma's van rood fruit en zachte textuur zijn erg goed te combineren met olijven, tapas, wit vlees, gekruide groenten en pizza.

De wijngaarden waarvan de roséwijnen uit de Rhônevallei afkomstig zijn, liggen bij Tavel. Deze roséwijnen hebben al een sterke reputatie en zijn goed voor 13 % van de wijnproductie in de streek. Ze worden vaak gevinifieerd met de druivenrassen grenache, syrah en mourvèdre. Ze zijn dus verfijnd en rond, maar ook fris, met enkele pittige of kruidige toetsen. Perfect bij het aperitief wanneer het 's avonds een beetje afkoelt, in België of in de streek zelf. Dat kunnen de vele Belgen die de regio elk jaar bezoeken, ongetwijfeld beamen.

De rosés uit de Provence hoeven we vast niet meer voor te stellen. Ze zijn bleek van kleur, fris en hebben een delicate, fruitige smaak met subtiele toetsen van bloemen en citrusvruchten. Maar let op: deze rosés zijn niet zomaar wijnen die je aan de rand van het zwembad drinkt (zonder ijsblokjes, alsjeblieft!). De Provence is ook de streek van de gastronomische roséwijnen die een plaatsje op tafel verdienen bij de meest verfijnde gerechten.

De roséwijnen uit de Loirestreek zijn eerder droog en worden gemaakt met uiteenlopende druivenrassen, zoals grolleau, cabernet franc, cabernet sauvignon, pineau d'aunis, gamay en côt. Verwar ze niet met de zoetere rosés en cabernets uit Anjou. Hun kleur varieert van licht naar donkerder roze en in de neus ontwaar je aroma's van citrusvruchten, rood fruit, bloemen, exotische vruchten en witte peper. Als je deze wijnen fris serveert, passen ze perfect bij de maaltijd.

In de wijngaarden van Alsace en Jura vind je geen echte roséwijnen, maar eerder bleekrode wijnen. In Alsace worden ze voornamelijk gemaakt met pinot noir, in Jura met trousseau en poulsard. Deze frisse, fijne wijnen serveer je het best licht gekoeld en passen bij talloze wijnen en plaatselijke of exotisch geïnspireerde gerechten. Voor nieuwsgierige geesten zijn deze wijnen zeker het ontdekken waard!